Juridische zaken als je samenleeft en gaat scheiden
Wanneer ouders die samenleven zonder een huwelijk of geregistreerd partnerschap uit elkaar gaan, moeten de volgende zaken geregeld worden.
1. Kinderen
Ouders die samen het ouderlijk gezag over de kinderen hebben maar die niet getrouwd zijn of geregistreerd partner zijn, moeten van de wetgever samen een Ouderschapsplan maken als ze uit elkaar gaan. Ze moeten dat in principe in samenspraak met de kinderen doen; de wet verplicht ouders namelijk de kinderen “op een passende wijze” te betrekken bij het opstellen van het Ouderschapsplan.
In dat Ouderschapsplan moet in ieder geval, dus verplicht, het volgende zijn opgenomen:
- hoe ouders de zorg- en opvoedingstaken verdelen en de omgang vormgeven;
- hoe ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen over belangrijke zaken van de kinderen;
- hoe de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen worden gedragen.
Dat is dan aanvankelijk voor ouders onderling van belang, want het Ouderschapsplan hoeft niet bij een officiële instantie te worden geregistreerd. Als echter op een later tijdstip onenigheid tussen ouders ontstaat over iets dat de kinderen aan gaat en ouders willen dat aan de rechtbank voorleggen, zal de rechter altijd vragen naar het oorspronkelijke Ouderschapsplan dat na het uiteen gaan is opgemaakt.
Overigens valt het ook in de situatie waarin een van de ouders het eenhoofdig gezag heeft aan te bevelen dat ouders met elkaar goede afspraken maken, maar een Ouderschapsplan is in dat geval geen wettelijk vereiste.
Kinderalimentatie: Voor de kostenverdeling geldt dat beide ouders onderhoudsplichtig zijn voor hun kinderen. Op het moment dat ouders niet meer bij elkaar zijn, dient de niet-verzorgende ouder normaal gesproken kinderalimentatie te betalen aan de verzorgende ouder. Het is hiervoor niet noodzakelijk dat de vader ouderlijk gezag heeft. Biologisch ouderschap is hiervoor voldoende, spermadonoren uitgezonderd. Deze onderhoudsplicht duurt in ieder geval totdat het kind 18 jaar is, en wordt verlengd tot de leeftijd van 21 jaar als een kind nog studeert of met werken onvoldoende eigen inkomen verdient om volledig in het eigen levensonderhoud te voorzien.
Voor de verdeling van de kosten en de vaststelling van kinderalimentatie wordt de tabel ‘Kosten van kinderen voor de vaststelling van kinderalimentatie’ gehanteerd. Het gaat bij deze kosten niet alleen om de kosten van eten, drinken, kleding, school en sport, maar ook om het aandeel van het kind in de huisvestingskosten, verbruik van gas, water en telefoon, verzekeringen en meer. Aan de hand van de leeftijd van de kinderen en het netto gezinsinkomen, worden de maandelijkse kosten van de kinderen vastgesteld. Ouders mogen hiervan in onderling overleg afwijken.
Nadat is vastgesteld wat de kosten van de kinderen zijn wordt bekeken welk aandeel ieder van de ouders hierin heeft. Dit is afhankelijk van ieders draagkracht en hoe de zorg van de kinderen is verdeeld. Komen ouders onderling niet uit de kostenverdeling, dan kan de rechter gevraagd worden een oordeel te vellen. Als de kinderen 12 jaar of ouder zijn, mogen zij zelf hun woordje doen bij de rechter. Zij krijgen van de rechter een brief waarin staat dat zij de rechter mogen schrijven wat ze van de regelingen die hun ouders voor hen hebben bedacht vinden, of wat ze zelf graag zouden zien als regeling; als ze dat niet op willen schrijven mogen ze ook komen praten met de rechter, en als ze dat ook niet willen, kunnen ze volstaan met de rechtbank te laten weten dat ze geen van beiden willen. Dat is de zogenaamde Kinderbrief.
2. Partneralimentatie
Er bestaat geen wettelijke verplichting voor ex-samenlevers zonder een huwelijkscontract of een geregistreerd partnerschap om partneralimentatie te betalen na scheiding. Wel kunnen zij in hun samenlevingsovereenkomst of in een overeenkomst na scheiding een dergelijke verplichting overeenkomen. Is daarvan geen sprake, dan kan geen aanspraak gemaakt worden op een bijdrage in het levensonderhoud.
3. Verdeling van het vermogen
Als samenlevers een samenlevingsovereenkomst hebben opgesteld toen zij gingen samenwonen, zal daarin staan hoe zij hun bezittingen en schulden willen verdelen in het geval zij uit elkaar gaan. Er zijn vele vormen van verdeling mogelijk, dus een standaard manier van het verdelen van vermogen wanneer er een samenlevingscontract is, is er niet.
Is er geen samenlevingscontract, dan biedt de wet geen ruimte voor aanspraak op elkaars vermogen na het einde van de samenleving. Wel kan het zijn dat geld van de een dat in het vermogen van de ander gestoken is, teruggevorderd kan worden.
4. Huur
Als de verhuurder van de woning waarin ouders wonen tijdens de samenleving ermee heeft ingestemd dat zij huurder en medehuurder zijn, hebben zij evenveel recht op voortzetting van de bewoning van de huurwoning. Bij ruzie hierover, zal de rechter de knoop moeten doorhakken. Let er op dat wanneer een van beiden de woning verlaat om tijdelijk ergens anders te gaan wonen, het medehuurderschap eindigt en er dus geen rechten op het huren van de oude woning meer zijn.
Is er geen sprake van medehuurderschap, dan kan de officiële huurder blijven wonen en moet de ander vertrekken.
Kijk voor meer informatie ook bij Zoek je een huurwoning in Zeist voor je gezin?
5. Koopwoning
Staat de koopwoning op naam van één ouder? De ander is dan geen mede-eigenaar en dat betekent dat hij moet verhuizen. De andere ouder mag in de woning blijven.
Als ouders beiden eigenaar zijn, is er de keuze uit meerdere opties:
- Uitkopen: Een van beiden neemt een hypotheek op zijn naam en koopt de ander uit.
- Verkopen: Ieder heeft recht op de helft van de (over)waarde. Hypotheekschulden worden ook verdeeld. Wil een van beiden niet meewerken aan verkoop, kan de rechter om vervangende toestemming om te verkopen gevraagd worden.
- Niks doen: Kan geen van beiden de hypotheek op naam krijgen en is verkopen niet slim (bijvoorbeeld vanwege de huizenmarkt) of nog niet mogelijk (bijvoorbeeld omdat er voorlopig maar één vervangende woning beschikbaar is), dan blijft een van beiden voorlopig in de woning blijven wonen. De ander blijft met zijn naam op de hypotheek staan en blijft ook medeverantwoordelijk voor het betalen van de hypotheek.
6. Urgentie huisvesting
Het is lastig om snel woonruimte te vinden in scheidingszaken. Soms kan men een urgentie krijgen voor woonruimte. Dat gaat in Zeist via de Gemeente.
7. Pensioendeling
Als samenlevers geen samenlevingsovereenkomst hebben of in hun samenlevingsovereenkomst geen regeling over pensioen hebben opgenomen, hebben zij in beginsel geen recht op deling van elkaars pensioenopbouw.
8. Meer informatie
Kijk voor meer informatie en organisaties die je verder kunnen helpen bij Handige websites bij scheiding.